Geplaatst op 5 februari 2025 door Administrator
Na bijna 10 jaar wachten is op 29 januari 2025 het wetsvoorstel planmatige en doelmatige aanpak onderwijshuisvesting naar de Tweede Kamer gestuurd. Al in 2016 stuurden de PO-Raad, VO-raad en de VNG een gezamenlijk huisvestingsvoorstel naar toenmalig staatssecretaris Dekker van OCW.
Het voorstel beoogt dat processen en middelen beter op elkaar worden afgestemd en dat er een meer gelijkwaardige positie ontstaat tussen gemeenten en schoolorganisaties. De kwaliteit van de onderwijshuisvestingsportefeuille zou het uitgangspunt moeten zijn. Daarom stelden de sectororganisaties en de VNG voor het Integraal huisvestingsplan (IHP) en een meerjarenonderhoudsplan (MJOP) wettelijk te verplichten, renovatie een juridische status te geven als primaire verantwoordelijkheid voor gemeenten en het investeringsverbod in het primair onderwijs te nuanceren.
Al deze zaken zijn opgenomen in het wetsvoorstel planmatige en doelmatige aanpak onderwijshuisvesting, al wijken de uiteindelijke teksten soms af van het oorspronkelijke voorstel. Het wetsvoorstel gaat over wijziging van diverse onderwijswetten voor een meer planmatige en doelmatige aanpak van de onderwijshuisvesting in het primair en het voortgezet onderwijs.
Een aantal zaken veranderen door dit wetsvoorstel:
- IHP wordt wettelijk verankerd als verantwoordelijkheid van de gemeente. Het moet een overzicht geven van de staat van álle schoolgebouwen en de geraamde investeringsbedragen voor een periode van vier jaar, plus een doorkijk van de 12 jaar erna.
- Schoolbesturen delen hun MJOP met de gemeente ten behoeve van het IHP.
- Renovatie wordt een voorziening waar de gemeente primair verantwoordelijk voor is en wordt gedefinieerd als volwaardig alternatief voor nieuwbouw.
- Het investeringsverbod primair onderwijs komt te vervallen. Primair onderwijs mag voortaan investeren vanuit een overschot in de exploitatie, conform hoe dit in het voortgezet onderwijs geregeld is.
Wijzigingen ten opzichte van de versie die in consultatie werd aangeboden
De versie van de wetswijziging die aan de Tweede Kamer is aangeboden, is in een aantal opzichten gewijzigd ten opzichte van een eerdere versie die ter internetconsultatie is aangeboden. Sommige wijzigingen komen voort uit de reacties op de internetconsultatie, andere zijn op basis van het advies van de Raad van State doorgevoerd. De belangrijkste wijzigingen zijn: de definitie van het begrip renovatie, het laten vervallen van de zorgplicht voor een gezond binnenklimaat voor leerlingen en het beschikbaar stellen van middelen voor gemeenten voor het te voeren IHP-proces. Daarnaast zijn een aantal zaken verhelderd.
Renovatiebegrip veranderd
Oorspronkelijk hanteerde het wetswijzigingsvoorstel de definitie van renovatie zoals voorgesteld door de sectorraden en de VNG: renovatie is een levensduurverlenging van tenminste 25 jaar. Uit de internetconsultatie kwam naar voren dat deze definitie niet in overeenstemming te brengen bleek met bouwregelgeving, die geen termijnen kent. Daarom is nu gekozen voor de definitie van renovatie ‘als alternatief voor nieuwbouw, bestaande uit vernieuwing of grootschalige verandering van een gebouw of een gedeelte daarvan door een samenhangend geheel van maatregelen, dat gericht is op het verlengen van de levensduur van het gebouw of het gedeelte daarvan’.
Zorgplicht binnenklimaat vervallen
In de internetconsulatie van 2023 was een van de onderdelen van het wetsvoorstel een zorgplicht voor schoolbesturen voor een gezond binnenklimaat. Dit onderdeel is uit de concept-wettekst geschrapt. De Inspectie van het Onderwijs acht het onuitvoerbaar om hier goed op te kunnen toezien, daarnaast is het al een taak van het schoolbestuur als werkgever, ten behoeve van het personeel. Uit de internetconsultatie bleek bovendien dat toevoegen van dit onderdeel tot veel extra onduidelijkheden in de verantwoordelijkheidsverdeling leidde.
Gemeente gecompenseerd voor het IHP
Naar aanleiding van de bezwaren van de VNG en Raad van State worden gemeenten financieel gecompenseerd voor de ambtelijke kosten die zij maken voor het opstellen van een IHP. Er wordt geen rekening gehouden met de extra personele inzet vanuit schoolorganisaties.
Wat regelt het wetsvoorstel niet?
De wetswijziging stelt geen nieuwe eisen aan de kwaliteit van schoolgebouwen, omdat de onderwijswetgeving daar niet de passende plek voor is. Dit zou in algemene bouwregelgeving opgenomen moeten worden. De sectorraden blijven ervoor pleiten hogere eisen te stellen in het kader van onderwijskwaliteit, gezondheid, inclusie en verduurzaming.
Zowel de sectorraden als de Raad van State hebben aangegeven dat er meer bekostiging nodig is om de kwaliteits- en klimaatambities te behalen. In de met de Tweede Kamer gedeelde stukken wordt erkend dat er extra middelen nodig zijn, maar deze middelen worden niet beschikbaar gesteld.
Planning
Omdat de Kamer een bepaalde termijn krijgt voor het behandelen van de wetswijziging, verwachten we dat de eerder door OCW gecommuniceerde invoeringsdatum van 1 augustus 2025 niet gehaald wordt en gaan we uit van invoering in 2026.
Bron: PO-Raad